Umbrië en criminaliteit: "Hier is geen stilte"

Voor de procureur-generaal van Perugia, Sergio Sottani, " kan Umbrië met trots zeggen dat hier geen stilte heerst , zoals elders". Hij onderstreepte dit tijdens een bijeenkomst in Palazzo Cesaroni met de onderzoekscommissie van de Wetgevende Vergadering voor "Analyse en studies naar georganiseerde misdaad en maffia-infiltratie, corruptie, witwassen, drugshandel en drugshandel", onder voorzitterschap van Fabrizio Ricci.
De kwesties die onder de activiteiten van de organisatie vallen, werden diepgaand onderzocht, met name de aanwezigheid van georganiseerde misdaad en fenomenen zoals drugshandel , witwassen en mogelijke infiltratie in het openbaar bestuur en aanbestedingen. "In Umbrië", aldus de procureur-generaal, volgens Palazzo Donini, "zijn er geen jurisprudentiële bevestigingen die zouden kunnen wijzen op een maffia-achtige controle van het gebied, zoals wel het geval is in andere regio's". Voor Sottani "betekent dit echter niet dat het fenomeen niet bestaat". Daarom, voegde hij eraan toe, is het aan de rechterlijke macht en de politie om maximale aandacht te besteden aan elk signaal. Het risico bestaat dat criminele organisaties die niet aan de maffia kunnen worden toegeschreven, zoals de Nigeriaanse, die de drugshandel beheert, ermee in aanraking komen".
Over de terugvordering van geconfisqueerde activa merkte de procureur-generaal " kritieke kwesties " op. "In veel gevallen", zei hij, "worden activa in beslag genomen omdat ze aan genomineerden zijn toevertrouwd. In andere gevallen wordt een geconfisqueerd actief in plaats van een te gebruiken hulpbron een moeilijk te beheren probleem, omdat niet alle overheidsdiensten de bijbehorende kosten kunnen dragen. Klein is mooi, maar veel gemeenten zijn te klein, velen beschikken niet over de vaardigheden om dit soort activiteiten uit te voeren, noch over de technische en financiële mogelijkheden. Samenwerking tussen gemeenten zou nodig zijn en een eerste inventarisatie van de activa zelf zou essentieel zijn."
"Het totaalbeeld dat de procureur-generaal ons heeft gepresenteerd", aldus Ricci, "is voor ons een stimulans om door te gaan met de analyse die wij als onderzoekscommissie uitvoeren naar dit fenomeen. Het verandert en is in de loop der tijd veranderd. Het wordt onderbouwd met 'signalen' waar we onze grote aandacht aan moeten blijven besteden. Deze signalen bestaan ongetwijfeld, vooral in verschillende sectoren van de economie."
La Nazione